Eigen zaken of de ander

Bemoei je met je eigen zaken of met de ander

Erasmus beschrijft in zijn Lof der Zotheid het menselijk bestaan als ware het een theater, waarin we vele rollen spelen en regelmatig van decor wisselen. Vaak gaat dit ongemerkt en voelen we ons op vele plekken op onze plaats. Huizinga stelt dat onze cultuur voortkomt uit spel, waarbij dat spel langzaam tot geloof, tot waarheid geworden is: zo doe je dat! En ook het succes van een spel valt of staat met de rol die spelers aannemen. En uiteraard: dat je je aan de regels houdt. De rechtspraktijk toont nog duidelijk de regels van het spel en hou je je niet aan de regels dan krijg je straf of je mag je (tijdelijk) niet meer meespelen.

Nu kun je je natuurlijk afvragen hoe natuurlijk zo’n (toneel)spel is? Of dit niet strijdig is met het zijn van de mens? Of in hoeverre de eigen persoon verdwijnt in de rollen die hij aanneemt? Misschien is het juist heel eigen aan de mens dat hij rollen speelt? En wordt hij door zijn rollen een mens? Sommige mensen spelen de rollen zeer plichtsgetrouw, anderen zoeken juist de grenzen van hun rol op en natuurlijk is er ook nog de mogelijkheid om je hier expliciet tegen af te zetten, en dus iets totaal anders te doen dan de rol voorschrijft. Deze drie vormen van gedrag worden duidelijk bepaald door de rol of het spel dat er gespeeld wordt.

Sommige mensen hebben het helemaal niet in de gaten, en vinden het beeld van Erasmus maar flauwekul. Hebben ze eenmaal nagedacht over het beeld, dan lukt het niet meer om de wereld niet als zodanig te bekijken. Wie weet wordt je door het lezen van deze stelling wel uit een droom gewekt of juist in een droomwereld gebracht? En wil je toekijken of meespelen?

Stel je nu eens voor dat iemand on-stage tijdelijk een andere rol aanneemt dan het script voorschrijft, dan zijn de tegenspelers (of zijn het medespelers?) al gauw uit hun evenwicht gebracht. De spelers gaan twijfelen aan zichzelf ‘oh... ik weet het niet meer’ of worden boos op de ander ‘waarom hou je je niet aan je rol?’. Gelukkig kun je in het theater, aan de hand van het script bepalen wie ‘van het padje af is’. In het dagelijks leven, werk, familie, vereniging, etcetera is dit vaak veel moeilijker te bepalen. We spreken dan over een communicatiestoornis, over een conflict, of over het ontduiken van verantwoordelijkheden. Plato pleitte, bij monde van Socrates, voor de algemene houding ‘bemoei je met je eigen zaken’. Dit klinkt in onze tijd erg negatief en ook wel asociaal, toch was het voor hem heel positief en sociaal. Zodra je je met de verantwoordelijkheden van een ander gaat bemoeien of je je eigen verantwoordelijkheden bij een ander neerlegt ontstaan er problemen. En dit zijn problemen die niet nodig zijn. Dit vraagt wel om autonome en redelijke mensen en niet om mensen die slaaf zijn van hun wil of hun emoties. Zonder de rede kun je niet weten wat je eigen zaken zijn.

Hier zo over nadenkend, over taken, rollen, verwachtingen en verantwoordelijkheden krijg ik toch de indruk dat dit een zekere afstand inbouwt tussen mens en de wereld. Onbevangen de wereld betreden is dan uitgesloten. Constant moet er nagedacht worden over hoe het moet. En als ik de ander aankijk dan vergaat mij het denken. Ik kan pas weer gaan nadenken wanneer ik afstand neem tot de ander. Buber noemt de eerste manier van in de wereld staan ik-het en de tweede ik-jij. Constant nadenken over rollen, taken en verantwoordelijkheden is nadenken over de wereld, de ander en jezelf als een Het: het onveranderde constante en definieerbare zijn. Ik-jij beleven is ín de veranderende wereld staan en de wereld en de ander ontmoeten. Wanneer mensen elkaar tegenkomen in een ik-het wereld, en beide spelen daarbij een passende rol, dan is dit een mooi, soepel en voorspelbaar spel: het theater. Wanneer twee mensen elkaar ontmoeten als ik-jij dan zal er iets nieuws ontstaan, ze hebben dan aandacht voor de ander, meer nog dan ieder voor zichzelf. Maar wat als ik-het en ik-jij bij elkaar komen?

We plaatsen cookies, zo min mogelijk en altijd anoniem.